Blik van de Nik: Juni 2018

De opwaartse trendmatige beweging in de AEX lijkt met de vorming van een gelijke top in mei rond 573 een halt te zijn toegeroepen.

Met een negatieve score van per saldo drie indexpunten gaat mei 2018 de boeken in als een maand van consolidatie. Dat neemt niet weg dat de achterliggende maand in het teken heeft gestaan van veel beweging. In de eerste drie kwart van de maand ontwikkelde de AEX zich met kleine stapjes richting de eerdere top van januari dit jaar om vervolgens in het slotakkoord van de maand, onder het motto van GHS, met grote stappen de opgebouwde winst in slechts enkele sessies weer in te leveren. Over de ontwikkeling gedurende de maand mei kunnen echter wel wat conclusies worden getrokken.

De eerste heeft betrekking op de ingrediënten van een stijgende beweging. De kenmerken van zo’n beweging zijn: achtereenvolgende hogere toppen en hogere bodems. Lange tijd was dit patroon zichtbaar in het koersverloop van de AEX, maar langzaam maar zeker begint dit beeld voor de AEX te wankelen. Allereerst was er in de beweging vanaf begin 2016 al de eerst lagere bodem in de eerste maanden van dit jaar rond 517.00 Nu is er ook een gelijke top rond 573.00. Nu kan deze gelijke top en de terugslag welke daarop volgde in de laatste handelsdagen van mei natuurlijk omschreven worden als een klassieke adempauze. Het beeld wordt echter iets anders als ook de Relatieve Sterkte Index in het verhaal wordt betrokken.

Over het verloop van de indicator staat een dalende lijn over de meest recente toppen getrokken. Deze lijn symboliseert het gegeven dat de RSI al sinds het laatste kwartaal van 2017 de hogere en gelijke toppen in het verloop van de AEX niet meer ondersteunt. In het jargon staat deze situatie bekend als negatieve divergentie. Worden de laatste drie toppen van de indicator wat nader bestudeerd dan kan worden gesteld dat de top in het laatste kwartaal van vorig jaar nog ruim tot boven OB reikte. De top van begin dit jaar kwam niet verder dan een flirt met de signaallijn en de meest recente top van mei kwam niet in de buurt van de horizontale rode lijn in de indicator. Nu is dit laatste een belangrijk gegeven. De theorie stelt immers dat in een stijgende onderliggende beweging de indicator tot boven OB moet reiken. Een belangrijk waarschuwingssignaal derhalve.

Al deze conclusies ten spijt laten de eerste handelsdagen van juni vooralsnog wel zien dat de AEX over veerkracht beschikt. In de komende weken moet blijken of deze beweging niet slechts de gebruikelijke en normale reactie blijkt te zijn op de spoedige neerwaartse ontwikkeling van eind mei. Anders verwoord, de klassieke reactie op een actie, oftewel zoektocht naar een eerst lagere top.

De handelsbreedte voor de komende weken lijkt bepaald door twee niveaus. Allereerst de reeds aangehaalde 573.00. Aan de onderkant de zone rond 549.00. De ontwikkeling van de RSI geeft aanleiding om in juni zeker rekening te houden met een scenario waarin de AEX de zone 549.00 nog een keer in het scherm zet. Zakt de AEX onder dit niveau dan begint het wankelen plaats te maken voor kantelen. Onder 549.00 zal de AEX naar alle waarschijnlijkheid vrij snel doorzakken naar 541.00.

Samenvattend kan worden gesteld dat de glans in de koersontwikkeling sinds begin 2016 aan het verbleken is. Een verdere fase van consolidatie tussen 573.00 en 549.00 lijkt voor de komende weken in het verschiet te liggen. De RSI laat duidelijk zien dat de stijging aan uitputting onderhevig is. En als de laatste dagen van mei ons iets hebeen geleerd dan is dat wel het gegeven dat zwaartekracht ook op de aandelenmarkt van toepassing is.